Aangezichtsligging bij de baby, gevolgen

Bijgewerkt: 25 februari 2024

Hoe zit het met een aangezichtsligging bij de baby en wat zijn de gevolgen? In de meeste gevallen daalt de baby rond de 30 tot 32 weken in. Hij heeft zijn vaste positie aangenomen met 35 tot 36 weken zwangerschap. De meest gunstige positie is de achterhoofdligging. Bij 1 op de 400 zwangerschappen komt de aangezichtsligging voor. Het gezicht van de baby ligt tegen de baarmoedermond aan. Dit heeft verschillende gevolgen waaronder een zware bevalling.

---

Hoe ziet een normale ligging eruit?

De gewone ligging is de achterhoofdligging. Hierbij liggen de voetjes omhoog en is het achterhoofd van de baby ingedaald. Dit is de meest voorkomende positie en maakt de bevalling ook makkelijker.   De achterhoofdligging ontstaat tijdens het indalen. Met het indalen zakt het hoofdje diep in het bekken. Hierdoor komt het klem te liggen. Het is dan ook logisch dat de baby zich daarna niet meer kan terugdraaien.

Het indalen gebeurt wanneer de zwangerschap tussen de 30 en 32 weken is. Het indalen gaat niet zomaar in één dag maar neemt enkele weken in beslag. Tijdens het indalen kan de baby zich nog terugdraaien, maar na het indalen niet meer.

Met 35 weken is de baby vaak ingedaald. De houding die de baby nu heeft, is definitief. De baby kan niet meer van positie veranderen. Overigens vindt de indaling niet bij iedereen rond deze periode plaats. Soms gebeurt dit pas vlak voor de bevalling. Dit zie je vooral bij een tweede of volgende zwangerschap. Tijdens de geboorte komt het achterhoofdje van de baby er als eerste uit.

Oorzaak voor een aangezichtsligging

Gelukkig komt een aangezichtsligging niet heel veel voor: bij ongeveer 1 op de 400 zwangerschappen. Wat de precieze oorzaak is voor een aangezichtsligging, dat is onbekend. In een klein aantal gevallen is er iets mis met de baby. Denk bijvoorbeeld aan een tumor waardoor de baby deze positie noodgedwongen aanneemt. In de meeste gevallen kan er echter geen oorzaak gevonden worden.

Symptomen

Zolang de baby nog niet definitief is ingedaald en vastligt, is een mogelijke aangezichtsligging ook niet te herkennen. De baby heeft immers nog alle mogelijkheden om zich te draaien. Wanneer de baby vastligt kan de verloskundige een aangezichtsligging herkennen door middel van een echo of door middel van tasten.

Het hoofdje van de baby ligt verder naar achteren gedraaid, tussen de schouders. Hierdoor komt het gezicht naar voren te liggen. Het gezicht ligt tegen de baarmoedermond aan. Tijdens de bevalling zal het gezicht ook als eerste zichtbaar zijn.

Zijn er risico’s aan verbonden?

In de meeste gevallen is een normale bevalling met een aangezichtsligging wel mogelijk.

Bij een normale ligging (de achterhoofdligging) komt het smalste gedeelte als eerste naar buiten: het achterhoofd. Het voorste gedeelte van het achterhoofd, de kleine fontanel, komt als eerste naar buiten. De schedelbenen kunnen hierdoor wat over elkaar heen schuiven. Het achterhoofd maakt hierdoor de weg vrij voor de bredere gedeelten van de baby.

Bij een aangezichtsligging is er geen smaller stuk wat als eerste de weg vrij maakt. De doorsnede is in zijn geheel groter, wat de bevalling moeilijker maakt. Bovendien ontstaat er door een aangezichtsligging geen druk op de baarmoedermond, iets dat bij een normale ligging wel het geval is. Ook dit zorgt ervoor dat de bevalling langzamer verloopt.

De kans op inscheuren is vele malen groter bij een aangezichtsligging. Dit komt omdat de doorsnede groter is en de huid plots teveel opgerekt wordt.

Aangezichtsligging en gevolgen voor de baby

Ook de baby zelf kan er hinder van ondervinden. Sommige kinderen die op deze manier geboren worden zijn blauw in het gezicht. Ook kan het gezicht gezwollen zijn. Er heeft te veel druk op het gezicht gestaan tijdens de bevalling. Gelukkig trekt dit wel weer weg. Andere complicaties zijn een voorkeursligging van de baby waardoor de schedel vervormt. Maar ook zie je problemen als overstrekken en veel huilen.

Bevalling, de hulpmiddelen

In veel gevallen kan de bevalling met de aangezichtsligging op de natuurlijke manier verlopen. Wel zal deze voor de zekerheid in het ziekenhuis plaatsvinden. Omdat de bevalling soms langer kan duren dan normaal of moeizamer verloopt, is soms hulp van buitenaf nodig. Er wordt dan gebruik gemaakt van de verlostang of de vacuümpomp. Dit zorgt ervoor dat de bevalling iets makkelijker gaat. Vooral wanneer je uitgeput raakt komt dit hulpmiddel erg van pas.

Bij ernstige uitputting kan de gynaecoloog of verloskundige voor een spoedkeizersnede kiezen. Soms wordt dit bij een aangezichtsligging ook preventief gedaan.

De ween kunnen soms wegblijven. Dit komt doordat er niet voldoende druk op de baarmoedermond staat. In dit geval wordt er een middel toegediend via een infuus. Dit wekt de weeën op. Het gevolg is vaak wel een weeënstorm: veel weeën achter elkaar die je moeilijk op kunt vangen.

Fysiotherapie of osteopaat

Door de bevalling met behulp van een verlostang of een vacuümpomp is de schedel van baby wat ver vormt. Ook kan de baby een duidelijke voorkeursligging krijgen na de geboorte. Dit ver vormt de schedel ook. In deze gevallen is het nodig om een fysiotherapeut of osteopaat te bezoeken. Deze kan de klachten goed verhelpen.

Andere klachten als overstrekken, veel huilen en moeilijk drinken kunnen ook wijzen op mogelijke problemen. Overleg altijd eerst met de kinderarts of verloskundige wat de beste reactie hierop is.